Trefwoorden

 

Synchroonmotor

Overbrenging

Motor sturing

Tijd diagram

De schakeling

Motor spanning

Loop afstemming

Stap / continu sturing voor kleine synchroon motoren

(Eerder gepubliceerd in Electron #4, 2001)

 

 

Inleiding

 

Bij verschillende toepassingen in de radioamateur wereld worden kleine elektromotor toegepast om een roterende trommel of een condensator te bewegen. Denk hierbij een aan een Morse- of Hell-schrijver (nostalgisch) of aan een ‘magnetic-loop’ antenne voor het moderne werk. Bij dit soort toepassingen gebruiken we meestal een of andere stappenmotor, waarbij de besturing tegenwoordig vaak wordt uitgevoerd met een programmeerbare microprocessor.

 

Op de radiomarkten worden echter ook vaak kleine synchroon-motoren aangeboden, herkenbaar aan de plat cylindrische vorm, die vaak door een ril in twee delen lijkt te zijn opgebouwd. Deze motortjes zijn vaak goedkoop en bovendien verkrijgbaar met verschillende tandwiel kastjes, zodat de snelheid van de uitgaande as naar believen kan worden bepaald. De motortjes hebben meestal vier aansluitingen, waarvan er twee zijn doorverbonden. Tussen de andere twee aansluitingen bevindt zich dan vaak een condensator, meestal rond de 2.2 microfarad.

 

 

De synchroon motor

 

Een synchroon motor is natuurlijk niets anders dan een stappenmotor hetgeen blijkt als je zo’n component zou open maken, helaas meestal destructief. Per kant vinden we een spoel (de twee maal twee aansluitingen) en een rij omgebogen poolschoenen. Het boven- segment is op gelijke wijze uitgevoerd, maar iets verschoven gemonteerd, terwijl de poolschoenen nu omlaag wijzen. De (sinusvormige) spanning wordt aangesloten op de ene spoel, terwijl de tweede spoel wordt aangesloten via de condensator zodat hierin een in fase verschoven stroom gaat lopen.

 

De rotor bestaat uit een (meerdere) permanente magneet(en) die zich richt(en) naar het maximale veld tussen de poolschoenen. Als nu een klein moment later de verschoven spoel het maximale veld levert, ‘loopt de rotor het veld achterna’ en maakt aldus een (half) stapje. Vervolgens levert de eerste spoel weer het maximale veld op de volgende poolparen en zo wordt de rotor dus ‘stapsgewijs’ in de rondte getrokken; elke periode levert aldus een stapje van de rotor, waarvan de stapgrote afhangt van het aantal poolschoenen in de omtrek.

 

Het grappige is, dat als we de spanning aansluiten op de andere spoel (en de eerste nu dus gevoed wordt via de condensator), de motor even gemakkelijk achteruit loopt. We kunnen deze synchroon motortjes dus continue laten draaien en per stap, vooruit en achteruit en vinden hiermee een zeer bruikbare component, vooral voor aandrijving van een condensator in een ‘magnetic-loop’ antenne.

 

 

Beschrijving: Beschrijving: Motor met vertraging

 

 

 

 

Close-up van het motortje met het vertragingskastje. De 'gerilde' cilindervorm is duidelijk zichtbaar. De motor fase-condensator bevindt zich in een aanstuurkastje. Deze opstelling werd gebruikt voor de aansturing van de condensator in een 'magnetic loop' antenne. Let ook op de isolerende, kunststof koppeling tussen de aandrijving en de afstemcondensator.

 

 

 

 

De combinatie synchroon motor / tandwielkast

 

De vraag die als eerste naar voren komt is wellicht welke combinatie van motor en tandwielkast we zouden moeten kiezen, b.v. bij toepassing als besturing van de afstemcondensator in een ‘magnetic-loop’ antenne. Bij te grove stappen kunnen we niet voldoende nauwkeurig afstemmen omdat dit type antennes doorgaans een zeer hoge Q vertoont, dus een kleine bandbreedte. Bij te fijne stappen moeten we lang wachten voordat we het juiste afstempunt bereikt hebben.

 Een eenvoudig sommetje leert ons het volgende over de grootte van deze stappen:

 

           fo             Co                                   Co

Q  =  -----   ~   --------     of  ook:  dC  ~  ------ 

         2 df          dC                                    Q

 

indien de Q hoog is en dus df en dC klein zijn t.o.v. fo respectievelijk Co.

In deze formule betekent dC: een kleine verstemming van de condensator tot de spanning over de kring tot 0.7 maal de maximale waarde is gezakt. Evenzo betekent df, de hierbij behorende kleine verandering van de frequentie.

 

Een goed bruikbare (differentiële) afstemcondensator voor een ‘loop’ antenne in het HF gebied heeft een bereik van b.v. 12 –  57 pf over een draaihoek van 180 graden; dus ongeveer 0.25 pf  / graad. Aan de (moeilijkste) hoge kant van afstemming, dus bij de minimum waarde van de condensator, berekenen we dan de maximaal bruikbare stapgrootte bij een (belaste) antenne Q van b.v. 400:  

 

              12

dC  ~  -------  pf  ~  0.03 pf. 

             400

 

Bij een variatie van 0.25 pf / graad van onze condensator vragen we dan een (maximale) verdraaiing van

0.03 / 0.25  =  0.12 graden per stap.

 

De synchroon motortjes worden meestal gespecificeerd op hun aantal omwentelingen per minuut (rpm), stilzwijgend gespecificeerd bij aansluiting op een sinusvormige spanning met een frequentie van 50 Hz. Vermenigvuldigen we deze waarde met 360, dan vinden we de totaal doorlopen hoek per minuut. We zijn echter geïnteresseerd in de doorlopen hoek per enkele stap (g/s) en moeten dus de totaal doorlopen hoek (per minuut) weer delen door het aantal seconden per minuut en het aantal stappen per seconden (= doorlopen sinusperioden) bij een frequentie van 50 Hz. We krijgen dan:

 

             rpm *  360        

g/s  =  ---------------  =  0.12 * rpm.

              60 * 50                 

 

Volgens ons eerdere voorbeeld zoeken we een maximale verdraaiing van 0.12 graden per stap, zodat we kunnen uitrekenen waar het vertragingskastje (vrt) aan moet voldoen:

 

             0.12              0.12

vrt  =   -------   =  ----------------  =  1 / rpm

              g/s           0.12 * rpm

 

Nemen we als voorbeeld een synchroon motortje met een specificatie 60 rpm, dan hoort hierbij dus een vertragingskastje van  1 / 60, d.w.z. een vertraging van 1 : 60, als we de combinatie willen toepassen in een ontwerp van een ‘magnetic loop’ antenne, ergens in de (hogere) HF amateur banden. Gelukkig zijn het type vertragingskastjes in de reeks 1 : 10 tot 1 : 100 goed verkrijgbaar en vinden we hiermee snel een bruikbare combinatie voor ons ontwerp.

 

Denk er om, dat we in het genoemde voorbeeld na het vertragingskastje een draaisnelheid overhouden van één omwenteling per minuut en dat we dus maximaal een halve minuut moeten wachten totdat het afstempunt voorbij komt. Willen we nauwkeuriger afstemmen, dan moeten we voor kleinere stappen kiezen (meer vertraging) en dus nog meer geduld hebben bij het afstemmen van onze antenne.

 

De bovengenoemde voorbeelden voor de Q van de antenne, de waarde van de afstemcondensator en het toerental van het motortje zijn reële praktijk waarden maar moeten eigenlijk steeds per geval worden uitgerekend. 

 

 

 

Beschrijving: Beschrijving: TUNINGBE

 

 

De opstelling van de afstemeenheid van de magnetische lus antenne. Goed zichtbaar zijn de (differentiële) condensator, het vertragings 'bakje' en het aandrijfmotortje. Let ook op de vast condensator, gemaakt van een kort stukje coax (bovenin) die het systeem binnen de gewenste frequentieband brengt.

 

 

 

 

 

 

Beschrijving: Beschrijving: Magloop 4 klein

 

 

 

 

In de naastliggende foto zien we de 'magnetic loop' antenne voor de 20 t/m 10 m. band, met daarin de afstemming als in de foto boven. De afstemeenheid bevindt zich bovenin, waar het 'trespa' kastje goed zichtbaar is. De lus antenne wordt verder aangestoten met een 'gamma match' (korte, evenwijdige strip onderin), waarmee directe aanpassing op 50 Ohm kon worden verkregen over het hele afstembereik. Let op de voet van de antenne, waar nog juist het kleine kastje met de besturingselectronica te zien is; schakelaar voor vooruit-stop-achteruit en drukknoppen voor 'snel' en 'stap'.

 

 

 

De synchroonmotor sturing

 

Voor het aansturen van deze synchroonmotortjes heb ik enkele jaren geleden een eenvoudig schakelingetje ontworpen met een handjevol transistors, wat dioden en twee simpele IC’s.

 

De schakeling is gebaseerd op HEF-type IC’s, zodat spanningen tussen de 5 en 15 V goed zijn om de schakeling te laten werken. Dit is bij gebruik in mijn ‘magnetic loop’ antenne vooral handig bij veld werk. Let er overigens op om de juiste IC’s als in het schema te gebruiken; ook voor het IC met de vier NAND-poorten kunnen geen andere types worden toegepast omdat dit type de noodzakelijke ingangen-met-hysteresis bezit.

 

Alle dioden zijn van het algemene type, d.w.z. dioden die een beetje stroom kunnen verwerken (ca 200 mA) en niet doorslaan bij een omgekeerde spanning van minimaal 40 volt. Deze eisen gelden eigenlijk alleen maar voor de ‘brug dioden’. Gezien de lage frequenties worden er verder geen eisen gesteld aan de schakelsnelheden van de dioden.

 

 

Het tijd-volgorde diagram

 

De werking van de schakeling volgt uit het tijd diagram van figuur 1.

Het motortje wordt beurtelings op de voeding aan gesloten (V+), kort gesloten, omgekeerd aangesloten (V-) en wederom kortgesloten, zodat we bij eerste benadering het verloop van een sinusvormige spanning imiteren (dikke zwarte lijnen). De omschakel momenten zijn gekozen op de plaats waar de sinuskromme de waarde ca  0.6, resp. –0.6 aanneemt, zoals bij Q0 naar Q1 en Q3 naar Q4, resp. Q4 naar Q5 en Q7 naar Q0

 

 

 

 

                                       Figuur 1: De schakelmomenten

 

 

 

Het schema

 

De schakelsignalen voor het bovenstaande tijdvolgorde diagram komen van een Johnson-teller (HEF 4017), die onder invloed van de klok telkens een van zijn uitgangen hoog maakt (zie figuur 2).  De diodenmatrix vertaalt de hooggaande uitgangen van de Johnson-teller naar de juiste schakel momenten voor de transistors in de brug, die de motor aandrijven. 

 

Wordt uitgang Q8 hoog, dan wordt dit signaal via een invertor en een flip-flop (de kruislings doorverbonden poorten) terug gevoerd op de ‘reset’ ingang en gaat de teller terug naar 0 (Q0 = hoog).

Op het moment dat de schakelaar ‘stap’ wordt ingedrukt, wordt de flip-flop gedurende een kort moment ‘gereset’ en loopt de teller keurig weer een rondje. Inhouden van de schakelaar heeft geen effect; pas als opnieuw wordt ingedrukt gaat de flip-flop weer om.

Als de schakelaar ‘continu’ wordt ingedrukt, blijft de teller doorlopen totdat de schakelaar wordt los gelaten. De teller stopt dan weer op ‘0’.

 

De verdere dioden en componenten rondom de flip-flop zorgen ervoor dat de schakeling bij inschakelen steeds in de ‘nulstand’ (Qo = hoog) terecht komt.

 

 

 

Figuur 2: De stuurschakeling

 

 

Andere motorspanningen

 

Op de radiomarkten vinden we synchroonmotortjes voor 12 en 24 volt. We kunnen gemakkelijk de bedrijfspanning van deze motortjes op de schakeling aanpassing m.b.v. een transformator. De schakeling werd zodanig gedimensioneerd dat de uitgangsfrequentie iets hoger dan 50 Hz wordt, zodat standaard net-tranformatoren uitstekend voldoen. In figuur 3 vinden we de standaard aansluiting van een 12 Volt motor (links) en

de aansluiting voor een 24 Volt motor m.b.v. een (kleine) transformator (rechts). Let er op dat de twaalf-volt wikkeling van de transformator steeds tussen de punten a, b terecht komt.

 

Als eerder gemeld loopt het motortje vooruit bij aansluiting op de ene spoel en achteruit bij aansluiting op de andere. Als voor de ‘vooruit-achteruit’ schakelaar een drie-standen type wordt gekozen, kan hiermee tevens in de twee uiterste standen de voeding worden aangezet (dubbele schakelaar) zodat we hiermee energie kunnen besparen bij veldwerk (zie linker voorbeeld; werkt natuurlijk net zo bij rechter voorbeeld). Bij gebruik van de aangegeven transistoren kunnen we motoren tot enkele watts volledig uitsturen, zonder dat componenten oververhit raken.

 

 

Beschrijving: Beschrijving: MOTORS

 

                                          Figuur 3: De motor aansluitingen

 

 

Gebruik bij ‘magnetic loop’

 

Als laatste geef ik hierbij nog even het gebruik van de schakeling als sturing voor een ‘magnetic loop’ antenne.

Ik schakel de transceiver op een vermogen van een enkele watt (stand CW) en zet de stuurschakelaar op ‘vooruit’. Ik laat de motor ‘continu’ lopen en zie op een bepaald moment de SWR meter even sterk dippen. Als ik de schakelaar (te laat) los laat, is de dip al weer voorbij, maar ik zet nu de stuurschakelaar op ‘achteruit’. Met de drukknop ‘stap’ loop ik nu gemakkelijk terug tot de minimale SWR is bereikt. Bij eventuele ‘overshoot’ schakel ik eenvoudig weer in de stand ‘vooruit’ om naar het beste minimum komen. Door deze wijze van gebruik heeft eventuele tandwielspeling in het vertragingskastje (backlash) geen enkele invloed; we kijken uitsluitend naar het effect van onze handelingen.

 

Bob J. van Donselaar, on9cvd@veron.nl